Richard Dawkins – The Greatest Show on Earth: The Evidence for Evolution
London: Bantam (2009)

 

“Een pracht aan feiten”

Het afgelopen jaar was om twee redenen het Darwin-Jaar. Ten eerste omdat Darwin 200 jaar geleden geboren is, en ten tweede omdat zijn befaamde On the origin of species 150 jaar geleden verscheen. Naar aanleiding daarvan werden er overal ter wereld conferenties gehouden, lezingen gegeven, en boeken gepubliceerd. Zo ook het meer dan vierhonderd pagina’s tellende The Greatest Show on Earth: The Evidence for Evolution, het tiende boek van de vermaarde atheïst en evolutiebioloog Richard Dawkins, die onlangs met pensioen ging.

Het is een zorgvuldig geschreven boek dat een grote aanvulling is op zijn eerder verschenen werken. Nadat hij in vorige boeken kundig had uitgelegd hoe men Darwins’ evolutietheorie anders en beter kan bekijken (in The Selfish Gene en The Extended Phenotype), en hoe men evolutie inzichtelijk kan maken (in The Blind WatchmakerRiver Out of Eden en Climbing Mount Improbable), verscheen onlangs het boek dat Dawkins zelf zijn missing link noemt. In The Greatest Show on Earth legt Dawkins namelijk op een kundige en scherp geformuleerde manier uit welke soorten van bewijs er nou eigenlijk voor evolutie te vinden zijn.

Dit doet hij op een systematische manier. Elk hoofdstuk behandelt een ander type bewijs, maar legt ook nog eens uit hoe dat bewijs verzameld wordt, welke methoden en technieken daarbij worden gebruikt, en hoe dat met andere soorten van bewijs samenhangt.

Als eerste legt hij het verschil uit tussen een feit en een theorie, en verklaart aldus hoe onnadenkende creationisten erbij komen om evolutie ‘slechts een theorie’ te noemen. Ook geeft hij vele voorbeelden van kunstmatige (lees: menselijke) selectie, waarvan de bekendste de vervorming van wolf tot hond is.

Vervolgens wordt uiteengezet op welke manieren wetenschappers de leeftijd van de aarde hebben aangetoond. Niet alleen met behulp van radioactiviteit, maar ook dankzij de jaarringen van bomen, waarvan een keten beschikbaar is die elf en een half duizend jaar terug het verleden in reikt. Natuurlijk laat Dawkins niet na om naast het verschijnsel radioactiviteit ook een enorme berg informatie over de daar achter liggende scheikundige kennis te geven.

Verder wordt onder andere nog uitgebreid gesproken over de genetische verwantschap tussen de verschillende soorten levende wezens, over het bij mensen negen maanden durende proces dat van een bevruchte eicel tot een volwaardig mens leidt, over geologie en het verschuiven van de continenten, over hoe paleontologen gevonden fossielen indelen, en over selectieprocessen die binnen de duur van een menselijk leven tot opvallende evolutionaire resultaten leiden. En dat allemaal tegen een uitgebreide historische achtergrond. De reikwijdte van dit boek valt aldus niet gemakkelijk te overschatten. Dawkins geeft in begrijpelijke taal een schat aan informatie weer, die overigens ook nog eens met prachtige kleurenfoto’s wordt geïllustreerd.

Al met al is The Greatest Show on Earth niet alleen een geweldige toevoeging aan de dit jaar verschenen Darwin-literatuur, maar ook een prachtige bekroning van Dawkins academische carrière.

(In gewijzigde vorm eerder verschenen in: Ons Utrecht, 42e jaargang, #2, woensdag 13 februari )