Achilles en de schildpad. Pt. II
Achilles’ roemruchte schild,
geroemd om zijn kracht,
zijn meervoudige bescherming,
schitterde in de zon.
Dat van de schildpad (het was zijn persoonlijke lijfwacht) blonk eveneens.
De twee wisselden wat woorden.
Een wedstrijd volgde:
Mijn schild is het beste, sprak de schildpad,
ik heb het altijd bij me,
nooit kan het falen.
Slechts mijn uitsteeksels zijn onbeschermd.
Maar die kan ik vlug intrekken, en dan ben ik onaantastbaar.
Altijd ben ik grotendeels beschermd tegen de gevaren
van het leven.
Maar mijn schild is beter, weerlegde Achilles hem.
Als ik het nodig heb kan ik het pakken,
maar als het niet nodig is, dan laat ik het thuis,
ik heb liever mijn vrijheid dan dat ik belemmerd wordt
door zijn gewicht.
Daarom lukte het je toentertijd ook niet om mij in te halen.
Maar, vroeg de schildpad,
wanneer ben je veilig genoeg om je schild thuis te laten?