Georges Perec – Ruimten Rondom
Amsterdam: Arbeiderspers.
Tweede, herziene druk, oktober 2008
Vertaling: Rokus Hofstede

georges-perec-ruimten-rondom

Toen ik ongeveer drie jaar geleden mijn eerste boek van Georges Perec las, was ik meteen verkocht. Zodanig verkocht, dat ik mijzelf een lees-beperking oplegde, uit angst alles achter elkaar door te verslinden. Er is natuurlijk maar één eerste keer! Na tien lange jaren is er deze week eindelijk een herdruk verschenen van Perec’s Ruimten Rondom, waar ik, tien uur nadat ik hem gekocht had, klaar mee was. Mijn lees-beperkingen zijn er dus niet voor niets!

Perec is een ongeëvenaarde taalkunstenaar, en daarin een gigant. Bedreven in kruiswoordpuzzels en het beperkt-schrijven. Zijn magnum opus in die laatste schrijfstijl is een boek waarin de letter ‘e’ geen enkele keer voorkomt (laatst kwam ik te weten dat dit boek volgend jaar onder de veelzeggende titel ‘t Manco verschijnt).

Elk boek blaakt van spitsvondigheden en originaliteit. Kwaliteiten die hij in dit boek toepast om het vanzelfsprekende voor ons bijzonder te maken. Dit doet hij door middel van verschillende stijltechnieken, die hij steeds toepast op een ander soort ruimte: door het verticaal schrijven van het woord

v
e
r
t
i
c
a
a
l

door een nieuwe alinea te beginnen, door het ophalen van herinneringen van specifiek alleen slaapkamers en alles wat daarvoor door kan gaan, door het zoeken naar een niet-functionele ruimte, door het maken van een chronologische lijst van activiteiten, om die per functionele ruimte (bad-, huiskamer) te categoriseren, door het geven van doe-, kijk- en luisteropdrachten (bezoek je buren eens, kijk of jullie woningen congruent zijn), het citeren van een reisgids, het beschrijven van de geschiedenis van het trappenhuis, het uitdrukken van een locatie in breedte- en lengtegraden enzovoorts (hij dwingt zichzelf ook ergens het woord enzovoorts te vermijden). Zo laat hij ons inzien dat bladzijden, appartementen, steden, landen, landsgrenzen, maten en meer, meer in petto hebben dan wij met onze alledaagse blik denken te zien.

Soms is het absurd (‘We zouden moeten leren meer in het trappenhuis te leven. Maar hoe?’), soms is het schrijnend, soms is het een liefdesgedicht onder het mom van een kladbrief, en soms een speurtocht naar vervlogen tijden. Maar altijd is het verrassend, altijd is het iets anders dan je zelf denkt, iets anders dan je zelf ziet.

Wie in is voor iets nieuws, iets anders, iets speciaals, mag dit boek zeker niet laten liggen!

P.S. ‘t Manco is onlangs verschenen, en ligt nu in de winkel!!

(In gewijzigde vorm eerder verschenen in: Ons Utrecht, 40e jaargang, #44)